
De snuiver en de zaadeetster
Reiley Reid
- 0
- 128
Het geluk is dit keer aan mijn zijde, want als ik de bomvolle treincoupé in loop blijkt er nog één zitplek vrij.
“Is deze plaats vrij?” vraag ik aan de dame die aan de raamkant zit.
Zonder op te kijken neemt ze haar tas van de zitting, waarop ik naast haar plof. Even later komt de trein in beweging, dus ik sluit mijn ogen en overdenk mijn werkweek met grote tevredenheid. De kadans van de trein is heerlijk en ontspant mijn lijf, als ik merk dat iets me prikkelt, maar ik niet weet wat. Mijn pik groeit zelfs in mijn broek, terwijl ik nergens aan denk, niets zie en er ook niets opwindends te horen is.
Verbaasd door de plotselinge prikkel en mijn lichamelijke reactie open ik mijn ogen, tuur in het rond, om te ontdekken of mijn onderbewustzijn iets opgeslagen heeft, dat opwindend is. Ik zie echter niets, behalve treinreizigers, die elk op hun eigen manier de tijd doden. Voorts kijk ik naast me, waar mijn blik de ogen ontmoeten van de dame waar ik naast ben gaan zitten. Verlegen glimlach ik, waarna ik direct weg kijk.
‘Is zij het? Windt zij me op?’ vraag ik mezelf af. Om niets te laten blijken laat ik mijn hoofd rusten tegen de hoofdsteun van de stoel, waarna ik wederom mijn ogen sluit. Ik voel dat mijn pik inmiddels snoeihard is, dus ik ben blij dat dit niet zichtbaar is omdat ik mijn tas op mijn schoot houd.